Het Brusselse onderwijs is een succesverhaal
Leerkrachten met een hart voor de grootstad motiveren er meer dan 50.000 leerlingen in het basis en secundair. De laatste jaren werden veel nieuwe scholen gebouwd, en bestaande grondig gerenoveerd. De lokale VGC geeft extra ondersteuning rond taal en armoede. Toch staan de Nederlandstalige scholen onder druk. Er is het plaatstekort, taalachterstand, armoede op school en natuurlijk het lerarentekort, dat volgens experts met name in Brussel de onderwijskwaliteit bedreigt.
Over die laatste twee uitdagingen organiseerde one.brussels Vooruit een discussieavond op 2 juni 2022, telkens ingeleid door een expert, in de nieuwe scholencampus Comenius in Koekelberg. De avond was een initiatief van Hannelore Goeman en Fouad Ahidar. Fouad is voorzitter van de Raad van de VGC en strijdt tegen armoede en voor gezonde maaltijden voor alle leerlingen, gratis voor de gezinnen in armoede. Hannelore is fractieleider in het Vlaams Parlement en bouwt aan een onderwijs dat werkt voor elk kind, met sterke en tevreden leerkrachten voor elke klas.
Armoede op school
Antwerps schepen Jinnih Beels maakte 40miljoen vrij voor een ware refterrevolutie. Door ziekte werd ze vervangen door medewerker Michiel Vanacker die haarfijn uit de doeken deed hoe het systeem in zijn werk gaat: vanaf volgend schooljaar krijgen meer dan 20.000 leerlingen een maaltijd aangeboden, de scholen beslissen zelf onder welke vorm, het stadsbestuur waakt er wel over dat het gezond is en ondersteunt de scholen met de zoektocht naar leveranciers en prijsformules.
Het publiek ging dieper in op hoe scholen het verschil kunnen maken voor kinderen in armoede. Koken kost geld maar het idee om een deel van het kindergeld in maaltijden te investeren was voor velen te drastisch. Veel gezinnen die amper rondkomen hebben dat geld broodnodig, al zou het wel beter garanderen dat de middelen echt bij de kinderen terecht komen. Maar waarom niet een kleiner deel, bijvoorbeeld het dubbel kindergeld in augustus, in maaltijden investeren? Of zou het budget voor gezonde schoolmaaltijden niet beter uit de geplande suikertaks komen.
Armoede op school gaat natuurlijker breder dan maaltijden. Een leerkracht getuigde hoe er nu gewoonweg geen uitstappen meer zijn omdat niemand het kan betalen: misschien kunnen ouders met kleine voorschotten doorheen het jaar er wel geraken? De maximumfactuur zou er ook in het middelbaar moeten komen vinden anderen, de prijs voor schoolboeken of laptops swingen de pan uit. Of er zou net meer prijsdifferentiatie kunnen zijn zodat vooral de gezinnen in armoede ondersteund worden en scholen toch nog kunnen inzetten op maaltijden of uitstappen.
De link tussen welzijn en de scholen kan sterker: waarom kunnen OCMW medewerkers niet rechtstreeks op de school aanwezig zijn om schoolteams te ondersteunen bij de complexe armoedeproblemen. Uiteindelijk komt het ook neer op een beleidskeuze vinden verschillende aanwezigen, als gratis gezonde maaltijden in Finland, Groot-brittannië of nu Antwerpen kunnen, waarom dan niet in Brussel?
Lerarentekort
Ruben Mottart won in 2020 een verkiezing als beste leerkracht en gaf zijn visie op de drempels om in Brussel les te geven. Mobiliteit blijft een groot struikelblok, zeker met de stijgende prijzen. Hij opperde het idee om het verloop onder leerkrachten te kaderen door opnieuw oefenscholen in te voeren. Daar leiden meer ervaren leerkrachten de nieuwe generaties op, en tegelijk worden ook de barema’s aangepast voor de mentor-leerkrachten en voor de starters die het engagement aangaan op z’n minst enkele jaren in de uitdagende grootstad les te geven.
De discussie over het lerarentekort leverde niet minder concrete suggesties op. Er was de vraag naar een Brusselpremie voor leerkrachten, en dat zou dan kunnen op basis van een taalattest, wanneer je verhuist naar Brussel of net eerder in de vorm van een kilometervergoeding of parkeerkaarten. Die laatste zijn extra belangrijk voor de vele pendelende leerkrachten in Brussel.
Anderen legden de sleutel niet zozeer bij het loon maar eerder de werkomstandigheden. Cruciaal was het gevoel dat leerkrachten zich almaar meer moeten indekken tegen de verwachtingen en klachten van ouders. Speciale Brussselstages zouden leerkrachten vertrouwd kunnen maken met de grootstad. De sleutel ligt er volgens sommigen in meer Brusselaars warm te maken voor de opleiding: gratis inschrijvingsgeld of gratis accommodatie voor studenten lerarenopleiding zou al veel helpen.
Maar ook leerkrachten met eenhoofddoek toelaten zou het tekort al verminderen. Sowieso moet de beeldvorming rond het beroep worden bijgesteld, nu overheerst de negativiteit wat al zeker niet motiveert. De vraag was er ook naar een meer efficiënte besteding van de schaarse middelen. Rechtstreeks naar (ondersteuning in) de klas, minder in koepels en structuren.
Om de uitval tegen te gaan moeten beginnende leerkrachten beter gecoached worden: zij moeten meer tijd krijgen om zich te ontwikkelen, en meer ervaren leerkrachten meer tijd om hen bij te staan. Het laatste jaar van de lerarenopleiding kan ook een betaalde stage worden, met intensieve aanvangsbegeleiding.
Het tekort mag er ook niet toe leiden dat de lat om les te mogen geven al te hard daalt, al verschillen de visies: sommigen pleiten voor meer masters, andere vinden dat er geen toelatingsproeven mogen komen. Investeren in meer taalonderwijs tenslotte, is niet alleen goed voor de leerlingen maar ook voor de motivatie van leerkrachten die nu soms ontmoedigd worden door de taalachterstand.
Fouad Ahidar en Hannelore Goeman gaan nu met de input en ideeën aan de slag in het Vlaams en Brussels parlement.